Na de telefonische intake, die meestal geïnitieerd wordt door een wmo-klantmanager of generalist, volgt een kennismaking op de boerderij. We laten je graag ervaren hoe het is om op onze ‘boerderij met zorg’ te zijn en wat onze herstelgerichte activiteiten inhouden. Het is mogelijk om daarna 1 tot 3 keermee te werken, eventueel ondersteund met een eigen begeleider, om een nog betere keus te kunnen maken of je deelnemer wil worden of niet. Als het antwoord op die vraag ‘ja!’ is, en er is een toezegging dat de aanvraag voor de indicatie goedgekeurd zal worden, dan kunnen we van start!

1. Startfase (LEREN)

Door een van de begeleiders, door de boer of de ervaringsdeskundige zul je tijdens de eerste dagdelen aan de hand worden genomen om wegwijs te worden op de boerderij, de moestuin en het bos. Meerdere keren zullen bepaalde activiteiten worden voorgedaan, zodat je zekerheid gaat voelen bij de uitvoer van deze taken. Maar het belangrijkste doel in deze fase is dat je veiligheid gaat ervaren op de boerderij, in alle opzichten. Het maakt niet uit wat daarvoor nodig is en hoe lang het duurt voordat je deze veiligheid kunt voelen. Sommige deelnemers willen eerst de kat uit de boom kijken, anderen willen juist mee in het tempo van degenen die al langer meewerken. Veel contact maken mag, maar stil zijn en luisteren ook. De begeleiders evalueren met jou en eventueel ook met andere betrokkenen deze fase, minstens eens per week. Buiten de lengte van deze fase wordt er na zesweken een zorgplan opgesteld, meestal op basis van de doelen die door de betreffende wmo-klantmanager of generalist zijn vastgesteld. Een van de doelen is het trajectdoel; het einddoel dat de basis is van de intrinsieke motivatie waarmee je gestart bent.

#de leerling

2. Ontwikkel- en herstelfase (PARTCIPEREN)

In deze fase ga je concreet aan het werk met je doelen. Je oefent met het nemen van initiatief. Gaandeweg word je steeds meer taakvolwassen en werk je in kleine groepjes, soms ook alleen, aan opdrachten. Ook fysiek mag je stappen zetten. Het werk op de boerderij, zeker in het bos, kan fysiek zwaar zijn, waardoor deze activiteiten een goede manier zijn om je conditie en kracht te vergroten. Te allen tijde echter blijft het werk het middel, niet het doel. We zoeken met elkaar naar een balans in draaglast en draagkracht. Met anderen woorden: we proberen de activiteiten uitdagend te laten zijn, maar er mag nooit druk ontstaan en we hoeven nooit een deadline te halen. We spreken je vooral aan op wat je (al) kan en wil, soms vragen we je mee te werken bij een activiteit die je wat minder ligt. Ook daarom is er geen tijdsindicatie bij deze fase; ontwikkelen en herstellen verloopt voor iedereen anders.

# de gezel

3. Uitstroomfase (CREEREN)

Wanneer de meeste doelen behaald zijn gaan we op zoek naar ‘wat de volgende stap kan zijn in je leven’. Je bent taakvolwassen op een aantal gebieden, je voelt je vrij en ontspannen op de boerderij en je kunt nieuwe deelnemers wegwijs maken en werkzaamheden voordoen. Je hebt (weer) energie voor iets nieuws. Dat kan het starten van een studie of betaalde baan zijn, maar ook vrijwilligerswerk of het verleggen van grenzen op een andere manier. Je hebt weer grip op je leven en je bent sterk genoeg om de veilige omgeving van de boerderij te verlaten. Je bent expert van je eigen leven, hebt geleerd waar je kracht en je kwetsbaarheden liggen, en kan daar goed mee omgaan.

#de meester